woensdag 1 december 2010

Banditisme en kleine misdaad (verhandeling 1)


Landloperij was de eerste vorm van banditisme waartegen de maatschappij zich ging organiseren. Steden zagen zich verplicht om armenzorg te organiseren voor de landlopers, om te vermijden dat de toevoerlijnen naar de stad zouden afgesneden worden door banditisme. Steden diende zich te verenigen rond armenzorg om te vermijden dat ze allen slachtoffer werden van banditisme. Door deze liefdadigheid wilde men de landlopers paaien onder een kerkelijke goedheid.
Lange tijd werd het Europese landschap gedomineerd door rondtrekkende burgers, deels omdat ze geen vaste woonplaats hadden en hun 'werk' volgden als seizoenarbeider, huursoldaat of rondtrekkende wetenschapper, deels omdat armoede hen noodzaakte rond te trekken.
De tolerantie en gastvrijheid ten aanzien van zwervers nam echter langzaam af. In de 9de eeuw gaf de lex Francorum aan dat men niet mocht geven aan zwervers die weinig geneigd waren te werken voor hun inkomen. Met de industrialisatie en verstedelijking in de 19de eeuw, wordt landloperij ook een stedelijk probleem.
In 1818 werd in Nederland de Maatschappij van Weldadigheid opgericht, die landloperij wilde bestrijden door stedelijke zwervers over te brengen naar landbouwgebieden en ze daar werk te geven. Hun werk was meteen een manier om deze afgelegen gebieden te ontwikkelen. Zo ontstonden koloniën in Wortel en Merksplas, wat nu Vlaanderen is
In België werd de opsluiting van landlopers voorzien door de wet van 27 november 1891. Deze maatregel werd in 1993, door de wet van 12 januari, opgeheven. Tot op dat ogenblik konden landlopers, bedelaars en souteneurs van hun vrijheid beroofd worden en opgesloten in speciale open gevangenissen zoals deze van Merksplas of Wortel.
Na de Belgische onafhankelijkheid verdwijnt het vrijwillige karakter van deze vorm van 'hulpverlening' en wordt landloperij een misdrijf. Meer dan honderd jaar is de wet ter beteugeling van landloperij en bedelarij van 27 november 1891 bepalend. Op het misdrijf landloperij volgt echter geen straf meer zoals voordien, maar een administratieve maatregel. Zwervers worden opgenomen in een landloperskolonie: Wortel, Merksplas of Brugge voor vrouwelijke zwervers.
In de jaren zeventig ontstaat een meer sociale kijk op landloperij, met het ontstaan van onthaaltehuizen en aangepaste hulpverlening. In 1993 volgt dan de afschaffing van de wet en daarmee wordt de lang bepleitte depenalisering van landloperij realiteit. Het begrip landloper wordt vervangen door dak- en thuisloze.
De ontwikkeling van de economie zal een bepaalde groep mensen uit de maatschappij een betere sociale levensstijl bieden. Degene die niet kunnen genieten van deze vooruitgang, worden uitgesloten en beschouwd als landlopers. Door hen te laten delen in deze betere sociale levensstijl in een vorm van armenzorg, vermijden we banditisme.
De rondtrekkende dadergroepen, voornamelijk afkomstig uit de achtergestelde voormalige Oost-blok landen, vormen een prioritaire vorm van banditisme voor onze huidige maatschappij. Gedreven door armoede en een sociaal bedreigde levenstoestand, komen ze ons beroven. Anderzijds is de actuele asieltoevloed een niet te beheersen toevloed van mensen uit gelijkaardige bedreigde levensomstandigheden. Armoede en geweld drijven hen naar een land waar de hooischuren voor velen goed gevuld zijn. Door een gebrekkige asielprocedure, verdwijnen veel van hen in de illegaliteit, waar ze meestal met banditisme, in hun dagelijks leven voorzien.
Sinds het ontstaan van het begrip "landlopers", zijn er minstens 200 jaren verstreken. Maar vandaag leven we op menselijk vlak nog op een identieke manier. Grenzen werden ondertussen gevormd en beperken het zwerven. Maar de menselijke noodzaak drijft de mensen tot zwerven en landloperij om te overleven. Ze begeven zich naar de landen met de grotere hooischuren omdat de liefdadigheid hen toegang zou geven tot armenzorg. Maar velen leven erbarmelijke omstandigheden en worden geweigerd tot de liefdadigheid en buiten de grenzen gezet.
De zwerver geeft zich niet zomaar gewonnen en binnen de illegaliteit zoekt de zwerver hardnekkig een manier om te overleven in veelal vormen van banditisme.
De ogen van een kind vragen enkel om een toekomst. Aan ons allen om hem in de ogen te kijken, of om ons gezicht weg te draaien naar onze televisie en warme zetel.

2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Abram de Swaan had het er over in zijn boek Zorg en de Staat. Een verstoring van het systeem van armenzorg, waarbij een gemeenschap zijn deuren opent voor armenzorg en anderen niet, zorgt voor een overspoeling door desperate hulpzoekers.
    Is dit vandaag de dag ook niet het geval? …

    Voor iedereen liggen de schrijnende beelden van mensen die in de bijtende koude buiten moeten overnachten omdat de overheid geen opvang voor hen vindt, nog vers in het geheugen.
    Het is ondraaglijk dat in een welvaartsstaat als de onze mensen de nacht buiten moeten doorbrengen in de winter. De beelden leidden tot veel emotionele reacties.
    Maar, hoe erg het ook is en hoe graag ik “de vragende blik van het kind” (zie de tekst van medestudent Didier Demelin) zou willen beantwoorden, wij moeten de waarheid onder ogen durven zien.

    De noodsituatie ontstond omdat het aantal vluchtelingen enorm toenam (en nog steeds toeneemt). Einde november waren er 17.841 aanvragen, goed voor naar schatting 23.193 personen. In de meest extreme prognoses zullen dit jaar meer dan 25.000 mensen asiel in België gevraagd hebben.

    Asielzoekers zijn een probleem want ze zijn met te veel en de meerderheid onder hen maakt geen aanspraak maken op asiel. Daardoor genereren ze hoge kosten, juridische kosten zowel als opvangkosten en dergelijke, en misbruikt de meerderheid onder hen de procedure en de beschikbare rechtsmiddelen, en dat moet hard aangepakt worden.

    Het aanzuigeffect van asielzoekers door het Belgisch beleid mag niet geminimaliseerd worden.
    Marie Arena (PS), liet destijds de illegalen in de opvangcentra zitten in afwachting van een regularisatie. Dat heeft zeker nieuwe asielzoekers naar hier gelokt. Ook het verblijf op hotel van, en de dwangsommen aan asielzoekers die niet opgevangen kunnen worden, hebben een aanzuigeffect. En altijd maar nieuwe opvangplaatsen creëren - in vakantiehuizen van mutualiteiten en vakbonden zoals cdH voorstelt -, versterkt dit aanzuigeffect alleen maar.

    België lijkt in het buitenland wel het beloofde land, eens binnen moet je nooit meer vertrekken. De welvaartstaat komt daardoor onder druk te staan.

    Het asielstatuut wordt misbruikt om opvang en een verblijf in ons land te krijgen. Onder de asielzoekers, waar het de afgelopen weken over ging, zitten naast mensen die op de vlucht zijn voor politieke dreigingen in hun land ook avonturiers, werkzoekenden en zelfs leden van georganiseerde gauwdievenbendes.

    Wie asiel vraagt, krijgt opvang en dus doe je dit dan maar. Uiteindelijk wordt slechts één op de vijf later als vluchteling erkend. Dit toont aan dat het asielstatuut failliet is, want het wordt in vier op de vijf gevallen misbruikt. En daarbij mag de rol van criminele mensensmokkelaars, die de asielzoekers schromelijk uitbuiten, niet onvermeld blijven.

    Het is m.i. hoogtijd om de asielwet te herzien. Vele asielzoekers vluchten niet meer omdat ze door een regering politiek worden vervolgd, maar om economische redenen. Spijtig voor het kind met de vragende ogen.


    Lees ook:

    De asielcrisis: een stand van zaken in november 2010
    Groenen hebben rampenplan voor asielzoekers
    Het asiel- en migratiebeleid van de voorbije drie jaar
    De Dienst Vreemdelingenzaken over migratie in 2009

    BeantwoordenVerwijderen