donderdag 30 december 2010

Sir Winston Churchill


Verhandeling 3
Sir Winston Leonard Spencer Churchill (Blenheim Palace,Woodstock, 30 november 1874 – Londen, 24 januari 1965) was de Britse staatsman die als premier van 1939 tot 1945 Hitler weerstond en daarmee een beslissende rol in diens ondergang en de geallieerde winst heeft gespeeld. Het lukte hem de Britse oorlogsinspanning op peil te krijgen en de VS tot steun daarbij te bewegen. Geen enkele Britse premier is ooit zo populair geweest als Churchill. (wikipedia)

Militair, avonturier en staatsman van de eeuw.

Hij was de zoon van de 1° hertog van Marlborough John Churchill. Zoals Graaf Bismark studeert hij na de kostschool aan de militaire school. Winston Churchill is vrij avontuurlijk aangelegd en onderneemt verschillende militaire opdrachten in de Britse koloniën, tot hij gevangen genomen wordt tijdens de boerenkrijg in Zuid-Afrika. Hij slaagt er in om te ontsnappen en begint een politieke carrière.
Voor onze cursus zal hij belangrijke stappen zetten in de sociale zekerheid van het Britse volk door in de jaren 1906 tot 1910 de basis te leggen voor onder andere de werkeloosheidsverzekeringen en arbeidsbureaus.
Churchill werd een van de bekendste staatslieden van de 20e eeuw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij minister van Marine. Tijdens de Tweede Wereldoorlog trad Neville Chamberlain af als premier en volgde Winston Churchill hem op. Churchill's toespraken waren een inspiratie voor het Britse volk. Zijn strategisch inzicht en zijn vriendschappelijke banden met de Amerikaanse President Franklin Rooseveld brengen Groot-Brittanië de overwinning van de Tweede Wereldoorlog.
Hij was tevens schrijver en ontving in 1953 de Nobelprijs voor de Literatuur voor zijn geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Als één van de weinige Europeanen was hij Amerikaans eer-staatsburger.

De invloed van Bismarck op Groot-Britannië

Vijfentwintig jaar na Duitsland begint de sociale innovatie in het Britse rijk. Ook hier was het voornamelijk het regime die aan de oorsprong lag van deze belangrijke verandering met dezelfde bedoeling om de talrijke Britse arbeidersklasse voor zich te winnen. Enig verschil was dat de grote werkgevers nauwelijks een rol speelde (De Swaan 2004 p. 199 Zorg en de staat, 6.2 De Britse doorbraak).
De rapporten over de erbarmelijke omstandigheden van het Britse arbeidersvolk, gaf de publieke opinie en de Britse elite een nieuw beeld van de realiteit van de industriële samenleving. Het onvrijwillig karakter van de werkloosheid en de vele ouderen onder de behoeftigen waren voorwerp van een nieuw debat, gefundeerd op Bismarcks wetgeving en referentiekader.
Groot-Brittannië kende voordien al een complex bijstandsstelsel, een uitgebreid netwerk van particuliere liefdadigheidsinstellingen en arbeidsonderlinges (vakbondfondsen). Maar deze arbeidsonderlinges waren niet in staat om hun oudere leden te ondersteunen of ziekengeld te voorzien voor leden die door de lange jaren arbeid, chronische ziektes hadden opgelopen. Om deze reden kwam het staatspensioen.

Churchill en de sociale zekerheid

In 1906 leiden de conservatieven een grote nederlaag en maken ze plaats voor de liberale regering van Lloyd George en Winston Churchill. Ze vormen een activistisch regime met de sociale wetgeving in hun programma om de arbeidersstemmen zo te winnen. Hun doel "de integratie van de arbeidersklasse in de hoofdstroom van de Britse samenleving. Het kapitaal zou voornamelijk komen van invoerrechten van de overzeese handel in het koloniale Britse Rijk.
In 1908 voeren ze de pensioenwet, merkwaardig genoeg voor mensen van boven de zeventig. Hierna volgen snel de ziekte- en werkloosheidwetgeving. De ziektekostenverzekering was samengesteld uit een premie van de werknemer, de werkgever en de regering. De regering voegde een extra premie toe voor de kosten van ouderen. Mensen kregen ziekengeld, arbeidsongeschiktheidsuitkering, vergoeding van medische zorgen en medicijnen.
Het was Winston Churchill die als eerste pleitte voor de werkgeversbijdrage om de kwaliteit van de arbeidskrachten in hun voordeel te verbeteren. Hij schreef: "werkloosheid is vooral een probleem van de werkgevers … Hun verantwoordelijkheid staat buiten kijf, hun medewerking is onontbeerlijk". Dit maakte definitief een einde aan de Britse zienswijze op werkloosheid als zijnde "een straf in stand", een moreel falen van de behoeftigen om voor zichzelf te sparen. Door de bijdrage van de werkgevers, werknemers en regering kreeg de werkloze tijdelijk een bijdrage gedurende te hoogste 15 weken per jaar. Arbeidsbureaus keerde deze uitkering uit, maar zorgde eveneens voor een afstemming van vraag en aanbod van de arbeidsmarkt.
In 1965 stierf Winston Churchill aan een beroerte en kreeg een staatsbegrafenis in de St-Pauls Cathedral. Merkwaardig was dat zijn kist na de begrafenis de begrafenis de Theems afvoer en alle kranen in gebogen toestand een laatst groet brachten aan deze bijzondere staatsman.
"Alle belangrijke zaken zijn eenvoudig en veel kunnen worden uitgedrukt in een enkel woord: vrijheid, rechtvaardigheid, eer, plicht, genade, hoop"

zondag 19 december 2010

Graaf Otto Von Bismarck


Verhandeling 2
Bij de lezing van het boek van "De Swaan", trok de naam van "Bismarck" mijn aandacht. Hij herinnerde mij aan de geschiedenislessen en voornamelijk aan oorlogsvoering. Wat kwam deze persoon in een sociaal-democratisch verhaal te doen? In het eerste college van sociale instituties, viel eveneens de term "Bismarckiaanse stijl". Meer dan prikkelingen genoeg om mijn leergierige geest te doen grasduinen in het boek van Abram De Swaan.
Otto Eduard Leopold von Bismarck-Schönhausen (geboren in Schönhausen op 1 april 1815 – overleden te Friedrichsruh op 30 juli 1898), bijgenaamd "De IJzeren Kanselier".
Hij zei: "Niet door rede(voeringen) en meerderheidsbesluiten worden de grote vragen van de tijd besloten – dat is de grote fout van 1848 geweest –, maar door ijzer en bloed".
Graaf Otto Von Bismarck zal de geschiedenis ingaan als een zeer merkwaardige figuur. Hij omzeilde de democratische instituties en gezaghebbers door politieke list en ijzeren hand. Maar net hij lag in 1880 aan de grondslag van de sociale zekerheid en verenigde het lappendeken van Pruisen tot een van de machtigste staten van Europa, het Duitse Keizerrijk.

Het begin van de sociale zekerheid in West-Europa en de Verenigde Staten.

De "verplichte verzekering tegen inkomstenderving" werd in Duitsland uitgevonden onder het Bismarck regime. Deze wet werd door Bismarck met ijzeren hand ingevoerd tegen de wil van de arbeidsbewegingen en het Parlement. Hij had enkel de steun van de industrie. Een wel heel merkwaardige toepassing van de tripartiet en toch zal deze wet aan de grondslag liggen van de sociale zekerheid in West-Europa en de Verenigde Staten. Later zal Bismarck zelfs nog een wet invoeren tegen de socialistische beweging.
Wat had hij voor ogen? Bismarck bouwde aan een sterke staat met een welbewust beleid naar de industriële arbeidersklasse. Bismarck inspireerde zich voornamelijk op "la caisse Impériale" van Napoleon III. Zijn leiderschap met lef omschreef hij met voortdurend vooruit te kijken. Sterke leiders kijken niet links of rechts, maar rechtuit.
1880 was een belangrijke mijlpaal in de sociale zekerheid. Bismarck voert de sociale zekerheid in. Onder de vorm van verplichte verzekeringswetten kwamen de ongevallen-, invaliditeit- en ziekteverzekering tot stand.
Werkgevers werden aansprakelijk gesteld voor de ongevallen van hun werknemers, tenzij er sprake was van een nalatigheid van de arbeider.
De invaliditeitsverzekering werd in een "tripartiet" gefinancierd. Arbeiders boven de 70 kwamen in aanmerking voor een pensioen. Bismarck stelde reeds in 1880 dat een sterke groei van de industrie en de maatschappij, rekening zal moeten houden met de stijging met de betaalbaarheid van deze verzekering. De huidige debatten rond de pensioenleeftijd, was reeds door Bismarck voorspeld en zal misschien een oplossing vinden in de pensionering op 70-jarige leeftijd.
De ziekteverzekering zorgde voor medische hulp en ziekengelden.
Bismarck liet wijselijk de werkloosheidsverzekering ter zijde. De nieuwe sociale zekerheid van Bismarck zorgde voor de opkomst vakbonden die in 1927 de werkloosheid in een wet konden vastleggen.

Tot slot.

Velen onder ons beseffen vandaag niet wat de werkelijke impact is geweest van deze "Bismarckiaanse" stijl. Een ijzeren wil om tegen arbeidersverenigingen en Parlement in, cruciale beslissingen te nemen om de kwaliteit van de arbeiders drastisch te verbeteren. Een zeer ondemocratische handeling, maar een enorme stap voor het welzijn van de maatschappij. De enige slachtoffers van dit gebeuren waren de kleine zelfstandigen uit het "Ancien régime", die zich verrijkten door uitbuiting van een arbeidersvolk "zonder Vaderland", zoals Karel Marx hen beschrijft.
De huidige politieke impasse waar België nu in verwikkeld is, vraagt misschien wel een sterke leider die de noodzaak inziet van een sterke staat, waar het welzijn van zijn volk, een draagvlak zal zijn om de komende economische uitdagingen tegemoet te gaan?
"Er wordt nooit zoveel gelogen als na een jachtpartij, tijdens een oorlog en voor een verkiezing" Otto Von Bismarck.

woensdag 1 december 2010

Banditisme en kleine misdaad (verhandeling 1)


Landloperij was de eerste vorm van banditisme waartegen de maatschappij zich ging organiseren. Steden zagen zich verplicht om armenzorg te organiseren voor de landlopers, om te vermijden dat de toevoerlijnen naar de stad zouden afgesneden worden door banditisme. Steden diende zich te verenigen rond armenzorg om te vermijden dat ze allen slachtoffer werden van banditisme. Door deze liefdadigheid wilde men de landlopers paaien onder een kerkelijke goedheid.
Lange tijd werd het Europese landschap gedomineerd door rondtrekkende burgers, deels omdat ze geen vaste woonplaats hadden en hun 'werk' volgden als seizoenarbeider, huursoldaat of rondtrekkende wetenschapper, deels omdat armoede hen noodzaakte rond te trekken.
De tolerantie en gastvrijheid ten aanzien van zwervers nam echter langzaam af. In de 9de eeuw gaf de lex Francorum aan dat men niet mocht geven aan zwervers die weinig geneigd waren te werken voor hun inkomen. Met de industrialisatie en verstedelijking in de 19de eeuw, wordt landloperij ook een stedelijk probleem.
In 1818 werd in Nederland de Maatschappij van Weldadigheid opgericht, die landloperij wilde bestrijden door stedelijke zwervers over te brengen naar landbouwgebieden en ze daar werk te geven. Hun werk was meteen een manier om deze afgelegen gebieden te ontwikkelen. Zo ontstonden koloniën in Wortel en Merksplas, wat nu Vlaanderen is
In België werd de opsluiting van landlopers voorzien door de wet van 27 november 1891. Deze maatregel werd in 1993, door de wet van 12 januari, opgeheven. Tot op dat ogenblik konden landlopers, bedelaars en souteneurs van hun vrijheid beroofd worden en opgesloten in speciale open gevangenissen zoals deze van Merksplas of Wortel.
Na de Belgische onafhankelijkheid verdwijnt het vrijwillige karakter van deze vorm van 'hulpverlening' en wordt landloperij een misdrijf. Meer dan honderd jaar is de wet ter beteugeling van landloperij en bedelarij van 27 november 1891 bepalend. Op het misdrijf landloperij volgt echter geen straf meer zoals voordien, maar een administratieve maatregel. Zwervers worden opgenomen in een landloperskolonie: Wortel, Merksplas of Brugge voor vrouwelijke zwervers.
In de jaren zeventig ontstaat een meer sociale kijk op landloperij, met het ontstaan van onthaaltehuizen en aangepaste hulpverlening. In 1993 volgt dan de afschaffing van de wet en daarmee wordt de lang bepleitte depenalisering van landloperij realiteit. Het begrip landloper wordt vervangen door dak- en thuisloze.
De ontwikkeling van de economie zal een bepaalde groep mensen uit de maatschappij een betere sociale levensstijl bieden. Degene die niet kunnen genieten van deze vooruitgang, worden uitgesloten en beschouwd als landlopers. Door hen te laten delen in deze betere sociale levensstijl in een vorm van armenzorg, vermijden we banditisme.
De rondtrekkende dadergroepen, voornamelijk afkomstig uit de achtergestelde voormalige Oost-blok landen, vormen een prioritaire vorm van banditisme voor onze huidige maatschappij. Gedreven door armoede en een sociaal bedreigde levenstoestand, komen ze ons beroven. Anderzijds is de actuele asieltoevloed een niet te beheersen toevloed van mensen uit gelijkaardige bedreigde levensomstandigheden. Armoede en geweld drijven hen naar een land waar de hooischuren voor velen goed gevuld zijn. Door een gebrekkige asielprocedure, verdwijnen veel van hen in de illegaliteit, waar ze meestal met banditisme, in hun dagelijks leven voorzien.
Sinds het ontstaan van het begrip "landlopers", zijn er minstens 200 jaren verstreken. Maar vandaag leven we op menselijk vlak nog op een identieke manier. Grenzen werden ondertussen gevormd en beperken het zwerven. Maar de menselijke noodzaak drijft de mensen tot zwerven en landloperij om te overleven. Ze begeven zich naar de landen met de grotere hooischuren omdat de liefdadigheid hen toegang zou geven tot armenzorg. Maar velen leven erbarmelijke omstandigheden en worden geweigerd tot de liefdadigheid en buiten de grenzen gezet.
De zwerver geeft zich niet zomaar gewonnen en binnen de illegaliteit zoekt de zwerver hardnekkig een manier om te overleven in veelal vormen van banditisme.
De ogen van een kind vragen enkel om een toekomst. Aan ons allen om hem in de ogen te kijken, of om ons gezicht weg te draaien naar onze televisie en warme zetel.